Een nieuw spel zonder gevaar
In het eerste decennium van de twintigste eeuw dook in Eindhoven een nieuwe tak van sport op, het korfbal.
Het inmiddels oer-Hollandse balspel is uitgevonden door de Amsterdammer Nico Broekhuijsen, die tijdens een bezoek aan Zweden in 1902 in contact kwam met het spel ringboll. Terug in Nederland introduceert hij het spel op de school waar hij les geeft. Hij verandert spelregels en vervangt de oorspronkelijk ijzeren ringen door rieten korven. Het korfbal is geboren. Afgaande op de toenmalige pers maakt het korfbal zijn entree in Eindhoven in 1908. Gymnastiekvereniging Leonidas van het Genie Regiment uit Utrecht speelt dat jaar op 31 mei een wedstrijd op het Wilhelminaplein. De Eerwaarde broeders van het jongenspatronaat Eikenburg waren zeer ingenomen met het nieuwe spel. Ze lieten in 1910 voor de jongens van Eikenburg een korfbaldemonstratie verzorgen waaruit bleek hoe ‘prettig’ dit spel is en dat beoefening ervan niet het minste gevaar oplevert, wat - aldus de broeders - van het voetbalspel helaas niet steeds gezegd kan worden. In de lente van 1911 wordt in het Villapark de eerste korfbalclub opgericht. Spoedig volgen er meer. En het suffige brave imago van het korfbal? Daar viel nog wel wat op af te dingen, getuige een brief die door de Korfbalbond in 1922 aan de arbiters werd gezonden. Zelfbeheersing en beschaafd optreden waren in het vuur van het spel regelmatig ver te zoeken. De Bond adviseerde scheidsrechters daarom spelers en speelsters van het veld te sturen die ‘handtastelijkheden plegen’ of ‘zich onparlementair uitdrukken’ tegenover scheidsrechter, tegenstander op medespeler.