Drinkwater in Deurne
Bij de bouw van het culturele centrum aan het begin van de jaren 2000 moest de oude dorpspomp uit de Martinetstraat verdwijnen.
Leden van heemkundekring H.N. Ouwerling namen het initiatief om dit stukje cultureel erfgoed van Deurne te restaureren. Ze wilden het daarna weer een plaatsje geven in het dorp. De pomp werd geplaatst aan de Lage Kerk. Een goede plek, want daar heeft vanaf 1866, als de waterpompen in Deurne verschijnen, steeds een pomp gestaan.
In Deurne en in Liessel is er volgens burgemeester en wethouders in 1866 werkelijk behoefte aan waterpompen. Daarom stelt het college op 30 april van dat jaar aan de raad voor om in de gemeente pompen in de plaats van brandkuilen te plaatsen. De raad gaat hiermee akkoord en laat het aan het college over waar de pompen moeten komen. Uit de rekening van de Deurnese metselaar W. Lutters blijkt waar B&W de pompen wilde hebben. Hij heeft vier dagen gemetseld aan de waterput in het Haageind, drie dagen aan de put in het Wiemel en ook drie dagen aan de put aan de Lage Kerk. In totaal berekent hij de gemeente hiervoor dertien gulden en dertig cent. In totaal zijn er 8.000 putstenen en 1500 hardstenen nodig. Deze worden geleverd door W. van den Boom uit Deurne. In twee weken in oktober 1866 graven negen grondwerkers van de Deurnese dijkwachter H. Kuijten de waterputten uit tegen een dagloon van één gulden. IJzergieterij Chevalier uit ’s-Hertogenbosch levert de ijzeren pompen à 82 gulden. De natuurstenen dragers komen van het “Atelier van allerlei Beeld-, Bouw- en Steenhouwwerken” van de gebroeders Donkers uit Helmond. Koperslager J. Bierkens uit Deurne verzorgt het leidingenwerk. De verdiensten van timmerman J. van de Mortel en van M. Koch voor bussen, repen en een emmer, beiden uit Deurne, brengen het totaal aan kosten voor het maken van de pompen in 1866 op bijna 520 gulden. In 1867 worden nog eens enkele nieuwe pompen geplaatst voor 385 gulden.
Bij grote droogte konden de dorpspompen niet aan de vraag naar drinkwater voldoen. De provincie en ook de Gezondheidscommissie Helmond ondernamen in 1911 pogingen om de drinkwatervoorziening te verbeteren. De burgemeester van Deurne liet aan beide instanties weten dat er vroeger, in 1866 dus, al vier pompen op verschillende punten waren gemaakt die “in gewone omstandigheden de gemeentenaren genoegzaam van water voorzagen”. Door de droogte kon dit niet en daarom heeft de gemeente op het marktplein een Nortonpomp laten maken. Die geeft voldoende en goed water, wat blijkt uit het veelvuldige gebruik door de inwoners.
De drinkwatervoorziening laat echter veel te wensen over. Buurgemeente Asten laat in 1931 ingenieur Verleijsdonk in het dorp een drinkwaterleiding aanleggen, die ook door de brandweer voor bluswerkzaamheden gebruikt kan worden. Deze Verleijsdonk uit Asten probeert ook Deurne voor een dergelijke leiding warm te krijgen, maar dat lukt hem niet. De provincie Noord-Brabant richt eind 1935 de N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant op en wil dat Deurne ook hierin deelneemt. Vele Deurnenaren steunen dit plan van de provincie en doen snel na de oprichting van de WOB een beroep op de gemeente om toch maar eens te zorgen voor een goede, hygiënische drinkwaterleiding. Het burgerinitiatief gaat uit van ondernemer L. te Strake. Hij verzamelt in de kom van het dorp 207 handtekeningen. Op de handtekeningenlijst prijkt als eerste de naam van dokter Hendrik Wiegersma en ook andere prominenten, zoals Antoon Coolen, tekenden de lijst. In het verzoekschrift wordt goed en behoorlijk drinkwater gezien als een allereerste levensbehoefte en als een allereerste eis voor de volksgezondheid. Over het aanwezige drinkwater in de gemeente Deurne zijn de inwoners allerminst tevreden. “Het drinkwater nu, dat in deze gemeente uit putten en pompen wordt verkregen, is doorgaans zeer slecht, en, naar herhaaldelijk is gebleken, zeer schadelijk voor de volksgezondheid. Het kwam voor, dat gezinnen, die komend uit gemeenten waar drinkwaterleiding was, zich hier vestigden, onmiddellijk last hadden van gevaarlijke ziekten en ingewandsstoringen bij hun kinderen, welke storingen aan het gebruik van het water bleken toegeschreven te moeten worden. Boringen naar nieuw water hadden slechts ten deele en op den duur opnieuw een onbevredigend resultaat.” Volgens de opsteller van het verzoek is deugdelijk drinkwater in Deurne vrijwel onvindbaar. “Het geval doet zich voor, dat geheele buurtschappen bij den een of den ander in hun midden, die het minst slecht water heeft, wat echter altijd nog in schadelijke mate ijzerhoudend is, hun water halen. Anderen weer laten, om althans voor de consumptie geschikt water te hebben, dit aanvoeren uit Asten.” De gemeente kon natuurlijk niet achterblijven om zich bij de WOB aan te sluiten. Het zal echter nog enkele jaren duren voordat er in de kom een waterleiding ligt en velen in de ‘onrendabele’ gebieden moeten er nog tientallen jaren op wachten. Uiteindelijk kan iedereen nu goed drinkwater aan wat bijdraagt aan een goede gezondheid.