Zuiderstraat 98, 96 en Hemelrijksestraat 101
In de tijd van de grote stadsuitbreiding in Helmond in Binnenstad Oost werden hele huizenblokken tegelijk gerealiseerd. Deze blokken werden vaak gebouwd op grote percelen akker- of weiland.
Door het kadaster werden de huizenblokken gezien als één geheel. Zolang er geen splitsing van de grond plaats had, hielden de huizen hetzelfde perceelnummer. Later kwamen de diverse panden in handen van verschillende eigenaren en werden de percelen gesplitst. Pas dan kregen ze een eigen kadastraal sectienummer. Als verschillende panden eigendom bleven van een persoon kon het zijn dat die alsnog een gezamenlijk kadastraal nummer hielden. Een mooi voorbeeld daarvan is de situatie op de hoek van de Zuiderstraat en de Hemelrijksestraat. De panden Zuiderstraat 98 en 96 en Hemelrijksestraat 101 werden als een geheel gebouwd. Het pand Zuiderstraat 98 had een apart kadastraal nummer. De panden Zuiderstraat 96 en Hemelrijksestraat 101 vormden met veel van de achterliggende grond samen een geheel met een kadastraal nummer.
In 1900 bezat de fabrikant Pieter Fentener van Vlissingen in het Hemelrijk een weiland van 1 hectare, 21 are en 2 centiare. In het jaar 1900 liet hij daar enkele huizen op bouwen. Het grootste deel bleef echter nog weiland. Nog in hetzelfde jaar werden de huizen verkocht aan landbouwer Peter Swinkels. Toen was er al een splitsing tussen wat later Zuiderstraat 98 en wat later Zuiderstraat 96 zou worden. Dat laatste perceel werd nog enkele keren gesplitst en samengevoegd. In 1917 verkocht Swinkels beide percelen aan Petrus Johannes van Kraaij, die de panden veertig jaar in bezit had. Daarna volgde nog enkele malen een wisseling van eigenaar voor de gemeente de panden kocht.
In het kadaster kan men de gegevens opzoeken van de eigenaars van verschillende panden. Dat is een ander verhaal dan dat van de bewoners. Voor het onderzoek naar de bewoning van panden kan men ook bij het archief terecht. Het gemakkelijkst zijn de jaren tussen 1925 en 1968. Voor die periode beschikt het archief over een huizencartotheek. Daarop staan de hoofdbewoners en eventueel ook inwonende personen geregistreerd. Ze bevatten ook een verwijzing naar het bevolkingsregister, waarin uitgebreide gegevens over personen vermeld staan.
Als voorbeeld is hier de bewoner van het pand Zuiderstraat 96 in 1925. Dat was de heer Franciscus van Veghel. Volgens de verwijzing kunnen we hem en zijn gezin in de periode 1925-1938 vinden in deel 30 op pagina 125. In het bevolkingsregister staan veel meer gegevens over de inwoners van Helmond. Behalve de hoofdbewoner staan er zijn of haar eventuele echtgenoot/echtgenote en eventuele kinderen, maar ook inwonend personeel en kostgangers. Bovendien wordt van iedere persoon de geboortedatum, geboorteplaats, godsdienst, beroep en eventuele vestiging in of vertrek uit de gemeente gegeven.
In 1938 veranderde de opzet van het bevolkingsregister. De gegevens werden vanaf dat jaar niet meer per gezin in een dik boek ingeschreven, maar iedereen kreeg een eigen persoonskaart, waarop overigens wel weer relaties vermeld staan.
Franciscus van Veghel en zijn vrouw Maria Hendrica Vogels woonden sinds 18-05-1929 niet meer op het adres Zuiderstraat 96, maar zij blijven wel gewoon vermeld staan in het bevolkingsregister, waar het nieuwe adres bijgeschreven wordt. Ze verhuisden van de Zuiderstraat naar de Willem Prinzenstraat en vervolgens weer naar de Zuiderstraat, maar dan op nummer 44. Franciscus overleed daar in 1938. Zijn vrouw verhuisde in 1942 nog even naar Beek en Donk, maar kwam enkele maanden later weer terug naar Helmond, waar zij in 1943 overleed. Zij woonde dat laatste jaar aan de Kanaaldijk.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.