Eindhovense stadsrecht 1232

In 1232 verleent Hendrik I aan Eindhoven stadsrechten. Een officiele vertaling uit 1422 luidt als volgt:

Henrick bij der gratiën goidts hertoge van Lothryck allen denghenen die desen brieff sullen sien saluyt doen te weten eenen jegelijcken, dat wij onser stadt ende borgers van Eyndhoven, deselfde vryheyt ende dieselve sententiën hebben verleent, dewelcke hebben onse stadt ende borgers van den Bosch, bevelende deselve borgers van den Bosch, dat sy des versocht synde, dieselve sententiën hen sullen seggen en hunne rechten verclaeren, als sy tot hun om raet sullen comen, willen oock, dat dieselve borgers van Eyndhoven alle weecken eenen dagh sullen hebben de merckt binnen hunne vryheyt, ende belasten den naegebueren, daer rontomme woonachtich, dat sij alle weecken totten voorseyden merckt sullen comen.
Ende tot confirmatie van dyen hebben wy dese letteren doen besegelen, Gegeven ten Bossche in 't jaer ons heeren duysent tweehondert twee en dertich.

Bronvermelding afbeelding: RHCe, THA, objectkenmerk 0023731

Literatuur:
H.P.H. Camps, Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312, I; De Meierij van 's-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert): eerste stuk (690-1294). Pag. 240-241

L.G.A. Houben, Geschiedenis van Eindhoven. Pag. 28-29

H.P.H. Camps, Het Eindhovense stadsrecht van 1232, in: Eindhoven door de eeuwen. Pag. 15-23

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
De Fellenoord gezien vanaf de Woenselse overweg omstreeks 1900. Beeldcollectie RHCe
De turfstrooiselfabriek in de Astense Peel.
drieling Bollen
images/hourglass.png

ZOEKEN...