Catharinakerk en Synagoge.
Eindhoven - In het begin van de negentiende eeuw had de joodse gemeente van Eindhoven de beschikking over een synagoge en een school.
In Stratum was een huissynagoge gevestigd. Mede dankzij een bijdrage van koning Lodewijk Napoleon kon het oude synagogegebouw aan de Kerkstraat in Eindhoven in 1810 worden gesloopt en vervangen door een grotere behuizing. De synagoge in Stratum werd in dezelfde periode gesloten. Na 1850 nam het aantal joodse inwoners snel toe. Eindhoven werd de zetel van opperrabbinaat van Noord-Brabant. De synagoge werd wederom te klein. In maart 1864 richtten het ‘Kerkbestuur en de Kerkeraad der Nederlandsch Israëlitische gemeente Eindhoven’ zich tot het gemeentebestuur. Volgens het kerkbestuur was de synagoge niet alleen bouwvallig, maar ook veel te klein. En omdat ook het aangrenzende leslokaal tot het geven van Godsdienstig onderwijs te klein, maar vooral te ‘dompig’ was geworden, moest de oude synagoge worden opgeknapt. ‘Daar hun echter, om een redelijk gebouw naar behoefte van den tijd daar te stellen, de gelden gedeeltelijk ontbreken zoo vertrouwen zij dat het U Edel Achtbaren moge behagen hun uit de kas dezer gemeente daartoe een subsidie van duizend gulden of wel zoo veel als u Edel Achtbaren billijker wijze daar toe zult willen beschikbaar stellen.’ Of de stad deze gift uiteindelijk heeft toegekend is ons niet bekend, maar Gedeputeerde Staten der Provincie Noord-Brabant stelt in december een renteloze lening van tweeduizend gulden beschikbaar naast een lening van achtenveertighonderd gulden tegen vier procent rente per jaar.
Het ontwerp van de synagoge kwam van de hand van Antonius Cornelis Bolsius (1839-1874). Deze geboren Bosschenaar ging na zijn opleiding in Antwerpen als leerling aan de slag bij de bekende architect Pierre Cuypers. Tijdens de bouw van de door Cuypers ontworpen Catharinakerk was Bolsius daar als opzichter werkzaam. Wellicht dat dit hem de inspiratie heeft gegeven voor het prachtige gebouw dat pal naast de Catharinakerk verrees. Het gebouw was gebouwd in eclectische trant met een opvallende hoektoren. De kerkzaal werd verlicht door hoefijzerige ramen. De gedrongen toren met neogotische ingangspartij had een uivormige bekroning met hoekspitsjes. Een lang leven was het gebouw niet beschoren. Deze foto’s uit het archief van de fotograaf van Mierlo zijn gemaakt in 1959, vlak voor de afbraak.
Bronnen: Fotocollectie van Mierlo, Nederlands Architectuur Instituut en Joods Historisch Museum