De molen van De Vocht
De molen van De Vocht in Helmond heeft gestaan in de omgeving waar anno 2006 de Korenbloemstraat is. Deze molen heeft niet eens zo erg lang op die plaats gestaan.
Op 24 april 1835 wordt Hendricus Franciscus de Vocht in Helmond geboren als zoon van landbouwer Jan Baptist de Vocht en Petronella Pennings. Hij treedt niet in de voetsporen van zijn vader, maar krijgt een opleiding tot molenaar. De eerste blijken dat hij als zelfstandig molenaar opereert, staan in een notariële akte uit 1863 waarin hij de Helmondse watermolen huurt. Dat is ruim twee jaar na zijn huwelijk met Maria Wilhelmina Kuijpers, die ook uit een landbouwersfamilie stamt. Maar al eerder heeft hij een molen gekocht. Op 30 april 1862 koopt hij van Jan en Nicolaas Coppens de gemeentemolen op het Geremt. Hij koopt niet de ondergrond, alleen maar de opstand. Hij doet dit met de belofte dat hij de molen uiterlijk op 1 september 1863 zal hebben afgebroken. Dan zou De Vocht hem elders weer opbouwen. Maar het ging niet zo snel als in de verkoopakte van notaris Rovers uit Asten was afgesproken. Die gemeentemolen was de oude molen van de heer van Helmond aan de Molenstraat en de plaats van de molen was die waar Van Stekelenburg later zijn Vlaardingse molen zou neerzetten.
Carel Frederik Wesselman, nazaat van de heren van Helmond verkoopt de molen met de ondergrond in 1854 aan Jan Coppens. In 1860 verkoopt die de ondergrond aan Nicolaas Coppens, maar de molen wordt gezamenlijk eigendom. En die molen verkopen ze gezamenlijk in 1862 aan Hendricus Franciscus de Vocht. In 1868 gaat Nicolaas over tot de verkoop van de grond. De molen stond er toen nog steeds op. De koper van de ondergrond is een landbouwer Johannes Clement. Waarschijnlijk heeft hij de grond gekocht namens De Vocht, want korte tijd later verkoopt Clement de grond aan De Vocht. Die heeft nu de ondergrond en de molen. Toch zal de molen daar niet blijven staan. In 1871 koopt De Vocht een stuk landbouwgrond. Het ligt slechts een klein stuk verderop aan de andere kant van de Molenstraat waar later de Korenbloemstraat zal komen. Snel daarna zal hij begonnen zijn met de afbraak van de molen en de wederopbouw aan de andere kant van de weg. Tussen 1872 en 1883, als Van Stekelenburg er de Vlaardingse molen neer zet, ligt de oude molenberg van de gemeentemolen er verlaten bij. De gemeentemolen moet dus in augustus 1872 al weer helemaal opgebouwd zijn geweest. In een notariële akte uit die maand wordt het stuk grond genoemd met de vermelding dat daarop thans een molen is gesticht. De oude molen van de heer van Helmond gaat daar een tweede leven leiden. In 1926 wordt de molen gesloopt. Tenminste dat is het jaar dat vermeld wordt in het kadaster. Er kan altijd wat tijdsverschil zitten tussen het moment dat er een verandering plaats heeft en het moment dat deze ingeschreven wordt in het kadaster. Dat betekent wel dat de molen ongeveer 200 jaar oud is geworden: in het archief van de heren van Helmond is te vinden dat in 1734 de molen bouwvallig was en opnieuw werd opgebouwd. Enkele jaren na de sloop van de molen wordt het erf verkocht aan de gemeente, waarna er woningen gebouwd worden.
Bron: Historisch Informatiecentrum Helmond.