Terug naar toen: Tabak van
Vorige week las u op deze plek over het aardgas en de houtkachel. Die passen niet in ons streven naar een klimaatneutrale en gezonde woonomgeving. En wat dacht u dan van de sigaar en de sigaret? Nog even en dan is het opsteken van een sigaar of sigaret een ernstig misdrijf. De tabaksindustrie kan inmiddels op geen greintje sympathie meer rekenen. Het is het kwaad in zijn ergste vorm, behalve voor ‘s lands schatkist dan.
Eindhoven had jarenlang de bijnaam la ville fumée; het was het centrum van de tabaksindustrie. Complete gezinnen waren werkzaam in de tabak, eerst als thuiswerk, en vanaf het midden van de negentiende eeuw steeds vaker in de fabriek.
In maart 1953 brengt de minister van Economische Zaken, prof. dr. Zijlstra in het bijzijn van burgemeester Kolfschoten een bezoek aan de fabriek van Mignot & De Block. Hij werd er uitvoerig geïnformeerd over de productiewijze van zowel sigaren als sigaretten én over de machinefabriek waar machines voor de tabaksverwerkende industrie werden gemaakt. Ook de opmerkelijke verschuiving in het consumptiepatroon kwam ter sprake. Voor de Tweede Wereldoorlog was de sigarenconsumptie op een veel hoger niveau terwijl nu, tijdens de Wederopbouw, de sigaret bezig was met een enorme opmars. Het personeel van Mignot & De Block wist daar met behulp van het machinepark wel raad mee. De directeur vertelde de minister dat in het jaar daarvoor de totale lengte van het aantal geproduceerde sigaretten twee maal de omtrek van de aarde beliep. Bij het afscheid kreeg Eindhovens eerste burger daarvan een meter cadeau.