Terug naar toen; En toen vertrokken de klokken (klokken, deel 1)
Volgens de katholieke traditie gaan de kerkklokken na de heilige mis op Witte Donderdag naar Rome om daar de paaseieren op te halen die op eerste Paasdag in grote getale worden gezocht en verorberd. Tijdens het paasfeest in april 1949 vierde Eindhoven ook de terugkeer van de klokken al kwamen deze niet terug van Rome…
In de Tweede Wereldoorlog ontstaat er een grote algehele schaarste, ook bij de bezetter. De productie van oorlogstuig als kanonnen en munitie moet ondanks het tekort aan ijzererts doorgaan. De oplossing wordt gezocht in het omsmelten van onder meer kerkklokken. Daartoe worden alle klokken in den lande geïnventariseerd door de bezetter. De meesten zullen vervolgens worden ingevorderd. Ook zes klokken van de Catharinakerk die dit jaar het 150-jarig bestaan viert moeten het ontgelden. Ze worden in januari 1943 uit de toren getakeld en afgevoerd naar Duitsland. De kerk krijgt nog veel meer te verduren. Aan het eind van de oorlog resteert van het neogotische gebouw niet meer dan een ruïne.
Na de oorlog wordt voortvarend begonnen met de restauratie van de kerk. En de klokken? In tegenstelling tot de klokken van de Woenselse Sint Petruskerk keerden die van de Catharinakerk, behalve een klein klokje van nog geen 100 kilo, na de oorlog niet terug. De parochianen bleken echter niet voor een gat te vangen, een inzamelingsactie bracht meer dan twintigduizend gulden op. Aan de firma Eijsbouts werd gevraagd om vier nieuwe klokken te gieten. Aldus geschiedde. Paaszaterdag werden de klokken afgeleverd op het kerkplein alwaar ze door een grote menigte feestelijk werden verwelkomd. Zondagavond wachtte de plechtige inwijding door deken Heezemans en de kapelaans Teunissen en Verbiezen. Met wijwater werden de klokken schoongewassen, gezalfd en bewierookt. De deken dankte het klokkencomité want ‘een toren zonder klokken is als een vogel zonder lied en een boom zonder vruchten’. - Volgende week deel 2 -