Wapen Oirschot
26 juni 1997: “Gevierendeeld; I en IV in sabel een leeuw van goud, getongd en genageld van keel; II in zilver een uitgerukte eikenboom van sinopel; III in zilver drie boven elkaar geplaatste baarzen van azuur. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee parels.”
Geschiedenis van het wapen
Een zegel van de schepenbank is eerst uit 1351 overgeleverd, maar moet zeker al in 1343 hebben bestaan. Het toont een eikentak, heraldisch links vergezeld van het gevierendeelde hertogelijke wapen, rechts van het wapen Van Leefdaal. In 1672 verving de nieuwe heer het Leefdaal-wapen door dat van zijn familie: Sweerts de Landas. Daarop wordt i.p.v. een tak een ontwortelde boom voorgesteld en hangen de schildjes middels een geslingerd lint aan die boom. In 1815 zond de burgemeester aan de gouverneur der provincie twee afdrukken in, één van het lakstempel van 1672 en één van het inktstempel van het "naderhand geordonneerde wapen" van de gemeente Oirschot. Hij wist dat het wapen met de "vijf vlammen" dat van de heer van Oirschot, Sweerts de Landas, was, terwijl dat met de vier leeuwen "waarschijnlijk het wapen van Oirschot" was. Hij verzocht dan ook om bevestiging van een van beide. De Hoge Raad van Adel deelde medio 1818 echter mee dat de wapens op de ingezonden afdrukken familiewapens waren en dat díe niet konden worden toegestaan. Ze accepteerde het stempel slechts "zonder het wapen van Sweerts de Landas" en bevestigde op 28 juli 1819 het vierleeuwenwapen. In 1966 kwam er in Oirschot een discussie over het wapen op gang. Er was een felle tegenstand tegen herstel van een wapen conform het zegel van 1672, alleen al omdat de familie Sweerts de Landas tot de protestante, uitbuitende bevolkingsgroep behoorde. Onduidelijk is waarom uiteindelijk werd gekozen voor een hartschild met het wapen van het katholieke geslacht Van Merode, dat ruim twee eeuwen over Oirschot had geheerst. Bij Koninklijk Besluit van 26 februari 1970 nr. 22 werd aan de gemeente als wapen verleend: "Gevierendeeld: I en IV in sabel een leeuw van goud, getongd en genageld van keel; II en III in zilver een dubbelstaartige leeuw van keel gekroond en genageld van goud; hartschild: in goud vier palen van keel en een uitgeschulpte schildzoom van azuur. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen."
Ten behoeve van een wapen voor de nieuwe gemeente werden door de Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde de kentekens uit de jaren 1320-1819 geïnventariseerd. Slechts één eigen symbool werd voor Oirschot aangetroffen: de eik. Aanvankelijk werd een eikentak, later een niet nader te definiëren uitgerukte boom in het zegel geplaatst. In de tweede helft van de 18de en begin 19de eeuw was men de foute mening toegedaan dat het vierleeuwenwapen dat van Oirschot was. De heer van Oirschot – Sweerts de Landas – plaatste immers op het kapittelglas uit ca. 1770 het vierleeuwenwapen op het zijne en gaf daarmee aan dat hij heer van die plaats was; de burgemeester van Oirschot schreef in 1815 dat volgens hem het vierleeuwenwapen het “eeuwenoude” wapen van zijn gemeente was. Het eigen symbool van Oost- en Middelbeers was aanvankelijk één baars (ca. 1350-1815). Na het samengaan met Westelbeers in 1803 werden vanaf 1817 drie baarzen voor de drie beerzen in het schildhoofd van het wapen gevoerd.
In de zegels werden aan deze eigen symbolen “heerlijke” toegevoegd: de wapens van de lokale heren. In het tweeherige Oirschot waren dat de hertog van Brabant en de heren uit verschillende opvolgende families. Ook in Westelbeers, dat tot het tweeherige Hilvarenbeek behoorde, zwaaide de Brabantse hertog de scepter met zijn collega halfheer; in Oost- en Middelbeers was genoemde hertog alleen de baas. Omdat eenvoud bij een wapen voorop dient te staan, stelde de Noordbrabantse commissie een combinatie voor van de beide oorspronkelijke dorpssymbolen met het oorspronkelijke Brabantse wapen. Beide gemeenten voerden dit in hun zegels en wapen. Om een evenwichtig geheel te krijgen, werd geopteerd voor een gevierendeeld wapen. Bij Koninklijk Besluit van 26 juni 1997 nr. 97.001384 werd het wapen met bovenstaande beschrijving verleend.
Wapen
Foto wapen (1819) uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Zegelkaarten, doos 2.
Foto wapen (1970) uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Atlantisnr. 10151.
Jan Melssen, ‘Over wapens en zegels: Oirschot en Best’, Kroniek van de Kempen 6 (1986) [Hapert, 1988] 103-105.
Rapport betreffende herziening van de wapens van gemeenten en de instelling van wapens voor de dorpen in de Regio Eindhoven [Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde, september 1996].
Jan Melssen, ‘Wapen en vlag voor de nieuwe gemeente Oirschot’, Van Schild en Vaan IV (1997) 27-30.
Jan Melssen, ‘Het wapen van de nieuwe gemeente Oirschot’, De Nederlandsche Leeuw 115 (1998) 66-68.