Compagnieën naar het Noorden
In de 17e en 18e eeuw is Valkenswaard naast Arendonk vermaard als centrum van vangst en africhting van jachtvogels.
Als fraaiste en krachtigste vertegenwoordigers van de vogels van de hoge vlucht gelden de geervalken. De IJslandse geervalk is de absolute kampioen binnen deze soort. Hun leefgebieden bevinden zich in het Hoge Noorden: IJsland, Groenland en Scandinavië. Omdat ze zelden verdwalen of uit koers raken, moeten de valkenvangers naar het Noorden om deze kostbare vogels zelf te vangen. De organisatie en investeringen die een dergelijke reis vragen, leiden er toe dat evenals bij de Teuten de gemeenschappelijke belangen worden ondergebracht in Compagnieën van valkenvangers.
Een centrale plaats in het Compagniebestel neemt een zekere Govert van der Linden in. Sedert 1728 heeft deze Govert de leiding over “de Reyse naar Noorwegen” een Compagnie die ten dienste van meester-valkeniers te Valkenswaard zich bezig houdt met het vangen van geervalken. Govert, als schepen van Valkenswaard een gerespecteerd man, is een keiharde zakenman, wiens optreden nogal eens verzet oproept. Op 27 juni 1737 zijn hij en zijn Compagnie gedaagden in een proces dat aangespannen wordt door Sara van Ham, weduwe van Jacobus Booms. Sara stelt in een procedure dat haar man in december 1731 in het bijzijn van onder meer Jan Gijsbert Heesterbeek, een contract heeft gesloten met de Compagnie van Govert. Het betreft de levering van 16 geervalken door Govert aan Jacobus Booms. De vogels zullen dan door Jacobus voor eigen rekening en risico verhandeld worden in Turkije. De geervalken die worden geleverd blijken echter volgens Sara ongezond te zijn en daarom niet verhandelbaar. Haar getuige Jan Gijsbert Heesterbeek, voormalig meesterknecht bij de Compagnie, bevestigt haar verhaal en verklaart niet te hebben gehoord, dat Govert voor de geldigheid van het contract als voorwaarde heeft gesteld, dat alle deelnemers in de Compagnie zich akkoord moeten verklaren. Heesterbeek is echter niet bij het hele gesprek aanwezig geweest. Dit is voor Goverts sluwe advocaat aanleiding om te benadrukken, dat Sara met maar één getuige geen afdoend bewijs voor haar eis heeft opgeleverd. Of Sara’s eis wordt toegewezen, weten wij niet. Maar de lezer moet toch het gevoel bekruipen dat hier geen recht is gedaan.
Bron: J.M.P. van Oorschot ‘Vorstelijke vliegers en Valkenswaardse valkeniers’. In Bijdragen tot de geschiedenis van het zuiden van Nederland, deel XXIX.
Reactie plaatsen
Reacties worden geladen...